Terug
Gepubliceerd op 07/11/2024

Besluit  College van burgemeester en schepenen

di 05/11/2024 - 12:00

Wegverkeer – Tijdelijke maatregelen ter gelegenheid van dagelijkse werken van de 6de categorie op gewestwegen en aanhorigheden op grondgebied Affligem vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 – permanente vergunning AWV.

Aanwezig: Walter De Donder, burgemeester
Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Schepenen
Denise De Paepe, voorzitter bijzonder comité voor de sociale dienst
Frédéric Pipelers, algemeen directeur
Aanleiding
  • Aanvraag jaarvergunning door het Agentschap Wegen en Verkeer voor het uitvoeren van werken (6de categorie) op de gewestwegen van de gemeente Affligem van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
Feiten, context, motivering
  • Het is noodzakelijk de veiligheid van de weggebruikers te verzekeren ter gelegenheid van deze wegeniswerken.
  • De schriftelijke aanvraag uitgaande van de aannemer tot het bekomen van een vergunning voor het plaatsen van verkeerstekens op de openbare weg.
  • Overwegende dat het gaat om maatregelen tot regeling van een gelegenheidstoestand.
  • Overwegende dat de aanvraag voor het plaatsen van verkeerstekens op de openbare weg betrekking heeft op:
      • Aanvrager: Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant district Vilvoorde.
      • Adres: Diestsepoort 6 bus 81 - 3000 Leuven.
      • Telefoonnummer: 02 255 90 20.
      • Contactpersoon: Ir. Anne-Séverine Poupeleer.
      • Noodnummer: 02 255 90 20 - 02 255 90 34.
      • Aard van de werken: Dagelijkse werken van de 6de categorie.
      • Plaats van de werken: gewestwegen en aanhorigheden op het grondgebied van de gemeente Affligem in opdracht van Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams Brabant.
      • Duur van de werken: Van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
  • Overwegende dat de werken kunnen beschouwd worden als mobiele werken die, vanwege hun relatief lage snelheid of vanwege hun veelvuldig stilstaan voor het uitvoeren van de werken, het verkeer slechts kortstondig hinderen; dat de werken bijgevolg gerangschikt zijn in de 6de categorie van het ministeriële besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Juridisch kader
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
  • Decreet van 16 mei 2008 en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Koninklijk besluit van 16 maart 1968 betreffende tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, Wegverkeerswet genaamd.
  • Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, Verkeersreglement genaamd.
  • Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
  • Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen inzake de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Besluit

Artikel 1.
Er wordt een permanente toelating verleend van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 aan het Agentschap Wegen en Verkeer om op het grondgebied van de gemeente Affligem mobiele werken te signaleren voor het onderhoud, herstellen en plaatsen van verkeersborden met veranderlijke informatie (generatie I en II) op de gewestwegen (N9 en N208) en aanhorigheden van de gemeente Affligem.

 

Artikel 2.

§1. Werken uitgevoerd geheel of gedeeltelijk op de rijbaan en/of op het fietspad en op minder dan 0,50 m van de rand ervan.

§1.1 Op openbare wegen waarop de maximum toegelaten snelheid lager is dan of gelijk aan 50 km per uur.

Het voertuig gebruikt bij de werken is op de voor en achterkant voorzien van afwisselend rode en witte strepen van ten minste 0,10 m breed, die met de verticale as van het voertuig een hoek van ongeveer 45° vormen.

Indien de structuur van dit voertuig niet toelaat een oppervlakte van ten minste 1,00 m² van strepen te voorzien, of indien deze strepen minder dan 0,50 m hoog zijn, wordt een bord voorzien van dezelfde afwisselende strepen, met een hoogte van ten minste 0,50 m en een breedte die ongeveer gelijk is aan die van het voertuig, aan dat voertuig vastgemaakt.

Dit voertuig is eveneens uitgerust met:

  • ten minste twee oranje-gele knipperlichten bovenop het voertuig aangebracht. Deze lichten mogen onafhankelijk, gelijktijdig of opeenvolgend knipperen;
  • een verkeersbord A31 gericht naar het betrokken verkeer; de zijde van dit verkeersbord mag niet minder zijn dan 0,70m en zijn onderrand mag zich, in de mate van het mogelijke, niet op minder dan 1,50 m boven de grond bevinden.

§1.2 Indien de maximum toegelaten snelheid hoger is dan 50 km/h en lager dan of gelijk aan 90 km/h, wordt bovendien een verkeersbord D1, waarvan de pijl onder een hoek van ongeveer 45° naar beneden gericht is, die de verplichte rijrichting aangeeft, aangebracht.
Indien het verkeer aan de ene en de andere kant van het voertuig toegelaten is, wordt een verkeersbord F21 aangebracht op het midden van het voertuig. Deze verkeersborden worden gericht naar het betrokken verkeer en in de mate van het mogelijke aangebracht op een hoogte van ten minste 1,50 m. Het verkeersbord D1 heeft een diameter van ten minste 0,70 m. Het verkeersbord F21 meet ten minste 0,60 m x 0,40 m.

 

§2. Het voertuig dat gebruikt wordt voor werken uitgevoerd buiten de rijbaan en/of het fietspad op ten minste 0,50 m van de rand ervan, is uitgerust zoals voorzien in artikel 2, § 1.1, van onderhavig besluit.

§3. Indien het bij de werken gebruikte voertuig niet kan voorzien worden van de hierboven voorziene uitrusting, wordt het vergezeld door een veiligheidsvoertuig dat deze uitrusting voert.

§4. De voertuigen voor het onderhoud van de wegen, wanneer de afmetingen en de structuur ervan het onmogelijk maken om de signalisatie vereist bij dit artikel aan te brengen, worden minstens uitgerust met twee oranje-gele knipperlichten bovenop het voertuig en het verkeersbord A31. Het verkeersbord A31 heeft in dit geval een zijde van ten minste ”0,40 m.”

 

Artikel 3.
De signalisatie van de werken moet aangebracht worden met de meeste zorg en moet tijdens de volledige duur van de werken zuiver en in stand gehouden worden zodanig dat zij voor de weggebruikers identificeerbaar blijft.

 

Artikel 4.
Deze toelating moet zich op de werf bevinden en vertoond worden op elk verzoek van de bevoegde overheid.

 

Artikel 5.
De werken mogen slechts beginnen wanneer de signalisatie aangebracht is. Er dient een duidelijk en op professionele wijze opgemaakt signalisatieplan/omleidingsplan te worden opgemaakt en dit op basis van het GRB, zodanig dat dit kan gebruikt worden op gemeentelijke informatiekanalen. En deze te bezorgen aan de dienst openbare werken, openbarewerken@affligem.be en de wijkpolitie Affligem pz.tarl.wijk.affligem@police.belgium.eu.

 

Artikel 6.
De werken dienen één week voor uitvoering gemeld te worden aan de dienst openbare werken, openbarewerken@affligem.be en de wijkpolitie Affligem - PZ TARL, Bellestraat 99 te 1790 Affligem (tel. 053 64 00 65) pz.tarl.wijk.affligem@police.belgium.eu.

 

Artikel 7.
§ 1. Al de verkeersborden moeten van het retroflecterend type of van het type met eigen verlichting zijn.
§ 2. De afwisselende witte en rode strepen op de hekken, de bakens en de verkeerkegels, moeten retroflecterend zijn.
§ 3. De bepalingen betreffende de afmetingen en de plaatsing van de verkeerstekens, voorzien in het ministerieel besluit van 11 november 1976, waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, zijn van toepassing.
§ 4. De signalisatie moet conform zijn aan de bepalingen uit het standaardbestek 250 voor de wegenbouw.

 

Artikel 8.
Buiten de werkuren, onder meer 's avonds evenals gedurende de weekends en telkens als het werk voor een bepaalde tijd onderbroken wordt, worden de verkeersborden die er dan niet meer nodig zijn, bedekt of weggenomen.

 

Artikel 9.
§ 1. Wanneer een verlichtingstoestel voorzien is, werkt het tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer tweehonderd meter.
§ 2. Bij helder weer moet de verlichting de signalisatie zichtbaar maken op ten minste 150 meter.

 

Artikel 10.
Indien aan het begin van de werf een hek geplaatst wordt, beslaat het een breedte die minstens gelijk is aan deze welke nodig is om de werken in alle veiligheid te kunnen uitvoeren.

 

Artikel 11.
De aanvrager is gehouden de voorschriften van het ministerieel besluit van 07 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg, na te leven.

 

Artikel 12.
Indien de signalisatie niet werd aangebracht volgens de vigerende wettelijke voorschriften, zal dit door toedoen van het gemeentebestuur gebeuren op kosten van de aanvrager.

 

Artikel 13.
De uitvoerder van de werken is gehouden een bord te plaatsen op de werf met vermelding van de naam van de opdrachtgever (firma), alsook het telefoonnummer van een verantwoordelijke van de firma welke de werken laat uitvoeren.

 

Artikel 14.
De aanvrager zal, indien van toepassing, instaan voor de ophaling van het huisvuil (ofwel doorgang verlenen aan Ilva ofwel een ophaalpunt voorzien). Hiervoor zal de aanvrager contact opnemen met Ilva; wegenwerken@ilva.be en/of info@ilva.be.

 

Artikel 15.
De aanvrager zal, indien van toepassing, De Lijn informeren over de geplande werken en de mogelijke hinder, omleidingen.vvrvlaamserand@delijn.be.

 

Artikel 16.
De aanvrager zal, indien van toepassing, alle hulpdiensten in kennis stellen van wegeniswerken met omleiding, mobiliteit@zvbw.be.