Terug
Gepubliceerd op 07/07/2021

Besluit  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

di 29/06/2021 - 21:00

Reglement betreffende het doorrekenen van de innings- en aanmaningskosten van openstaande terugvorderingen - dienstjaren 2021 tot en met 2025

Aanwezig: Gerda Van Geite, Voorzitter
Walter De Donder, Burgemeester
Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Schepenen
Denise De Paepe, Voorzitter Bijzonder comité voor de sociale dienst
Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Belinda Everaert, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Aster Van Avermaet, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Rani Berlo, Dirk Geeraerts, Jeroen Trappers, Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Frédéric Pipelers, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Stijn Stassijns, Jill Rollier, Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Aanleiding
  • Voor het invoeren van een uniforme werkwijze voor het opvolgen van het debiteurenbeheer voor gemeente en OCMW, dient een reglement goedgekeurd te worden door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
Feiten, context, motivering
  • De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor de opvolging van de diverse terugvorderingen die de werking en de beleidsbeslissingen van het OCMW met zich meebrengen;
  • Bij laattijdige betaling van de diverse terugvorderingen, worden herinneringen gestuurd en dit brengt kosten met zich mee;
  • Een schuldenaar moet aangemaand worden met een aangetekende brief, alvorens een dergelijke terugvordering ingevorderd kan worden door het uitvaardigen van een dwangbevel;
  • Het is aangewezen dat de kosten van deze aangetekende brief teruggevorderd worden van de schuldenaar;
  • De betaling van betwiste, terugvorderingen, vermeerderd met de innings- en administratiekosten, zal worden afgedwongen middels burgerlijke rechtspleging en de raad voor maatschappelijk welzijn zal hiertoe ad hoc een raadsman aanstellen ter verdediging en vrijwaring van de financiële belangen van het OCMW.
Juridisch kader
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, de artikelen 77, 78, 177, 286 en 288 in het bijzonder;
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 103 in het bijzonder.
Besluit

Goedgekeurd met volgende stemming:

  • Voor – 15 stemmen: Walter De Donder, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Aster Van Avermaet, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Rani Berlo, Dirk Geeraerts en Gerda Van Geite.
  • Onthouding – 6 stemmen: Guy Uyttersprot, Belinda Everaert, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel en Jeroen Trappers.

 

Artikel 1.

Er wordt met ingang van heden tot en met 2025 een retributie geheven voor innings- en aanmaningskosten van openstaande terugvorderingen.


Artikel 2.

De retributie wordt als volgt vastgesteld:

  • eerste herinnering (niet aangetekend): zonder kosten;
  • tweede herinnering (niet aangetekend): zonder kosten;
  • laatste waarschuwing (aangetekend): € 10,00 kosten;
  • betekening van een dwangbevel: kosten van de gerechtsdeurwaarder.

Alvorens een dwangbevel wordt opgemaakt, wordt het overzicht van de betreffende terugvorderingen voorgelegd aan de maatschappelijk werkers van het OCMW. De maatschappelijk werkers maken voor elk dossier van de gekende OCMW-cliënten een inschatting aangaande de vermogendheid tot terugbetaling. Indien een terugbetaling volgens hun inschatting niet haalbaar is, wordt geen dwangbevel betekend. Dergelijke attestering van de sociale dienst van het OCMW leidt tot oninbaarstelling van de openstaande terugvordering.


Artikel 3.

De retributie is verschuldigd door de schuldenaar van de onderliggende terugvordering.


Artikel 4.

Bij betaling zullen eerst de volgens onderhavig retributiereglement aangerekende administratiekosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande terugvordering (hoofdsom).


Artikel 5.

De invordering van de retributie zal gebeuren, samen met de hoofdsom, bij dwangbevel voor de niet betwiste terugvorderingen en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor betwiste terugvorderingen.


Artikel 6.

Dit reglement wordt op de gemeentelijke website bekend gemaakt.


Artikel 7.

Afschrift van deze beslissing wordt via het digitaal loket aan de heer provinciegouverneur toegestuurd.