Terug
Gepubliceerd op 11/01/2024

Notulen  Gemeenteraad

di 19/12/2023 - 20:30 Raadzaal
Aanwezig: Gerda Van Geite, voorzitter
Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Schepenen
Denise De Paepe, voorzitter bijzonder comité voor de sociale dienst
Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts, Gemeenteraad
Frédéric Pipelers, algemeen directeur
Verontschuldigd: Walter De Donder, burgemeester
Stijn Stassijns, Belinda Everaert, Aster Van Avermaet, Rani Berlo, Gemeenteraad
  • Financiele dienst

    • Kennisname - Besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente Affligem.

      Aanleiding
      • Brief via het digitaal loket van Agentschap binnenlands bestuur, afdeling lokale Financiën.
      Feiten, context, motivering
      • De gemeenteraad van Affligem heeft op 27 juni 2023 de jaarrekening 2022 vastgesteld met de volgende saldi:
        • budgettair resultaat boekjaar: 410.114 EUR
        • gecumuleerd budgettair resultaat boekjaar: 2.150.084 EUR
        • beschikbaar budgettair resultaat: 52.961 EUR
        • balanstotaal: 42.881.708 EUR
        • tekort van het boekjaar: 3.668.687 EUR
      • De jaarrekening werd gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente. Het gemeentebestuur bracht de toezichthoudende overheid op de hoogte van deze publicatie op 3 juli 2023 en bezorgde de digitale rapportering op 28 juni 2023;
      • Verantwoording: Uit het onderzoek van de jaarrekening blijkt niet dat ze onjuist of onvolledig is of dat ze geen waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand.
      Juridisch kader
      • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 262;
      • Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder hoofdstuk 3;
      • Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4.
      Besluit

      De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing en het afschrift van het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente Affligem.

    • Meerjarenplanaanpassing 4 - 2020-2026

      Aanleiding
      • Het meerjarenplan dient elk jaar geactualiseerd te worden om de opgenomen cijfers zoveel mogelijk te richten op de huidige situatie.
      • Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om het gedeelte van de meerjarenplanaanpassing dat betrekking heeft op de gemeente vast te stellen en het gedeelte van de meerjarenplanaanpassing dat betrekking heeft op het OCMW goed te keuren.
      Feiten, context, motivering
      • Het ontwerp van de strategische nota, de financiële nota, de toelichting en de documentatie van de meerjarenplanaanpassing 4 2020-2026 is als bijlage toegevoegd;
      • Het college van burgemeester en schepenen heeft zich in zitting van 28 november 2023 akkoord verklaard met dit ontwerp;
      • Het managementteam heeft zich in zitting van 23 november 2023 akkoord verklaard met dit ontwerp;
      • Het ontwerp werd toegelicht in vergadering van de commissie financiën van 13 december 2023;
      Juridisch kader
      • Decreet lokaal bestuur, titel 4;
      • Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
      • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
      • Omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
      • Omzendbrief KBBJ/ABB/2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
      • Gemeenteraadsbeslissing en beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 december 2019 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025;
      • Gemeenteraadsbeslissing en beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025;
      • Gemeenteraadsbeslissing en beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2021 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025;
      • Gemeenteraadsbeslissing en beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 december 2022 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025;
      • Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2023 houdende vaststelling van het gedeelte van de meerjarenplanwijziging 4 2020-2026 dat betrekking heeft op het OCMW;
      Publieke stemming
      Aanwezig: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts, Frédéric Pipelers
      Voorstanders: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts
      Onthouders: Guy Uyttersprot, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Jo Lamberts
      Resultaat: Met 13 stemmen voor, 5 onthoudingen
      Besluit

      Met 13 stemmen voor (Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts), 5 onthoudingen (Guy Uyttersprot, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Jo Lamberts)

      Artikel 1.
      Het gedeelte van de meerjarenplanaanpassing 4 - 2020-2026 dat betrekking heeft op de gemeente wordt vastgesteld.

       

      Artikel 2.

      Het gedeelte van de meerjarenplanaanpassing 4 – 2020-2026 dat betrekking heeft op het OCMW, wordt goedgekeurd.


      Artikel 3.

      Het geheel van de meerjarenplanaanpassing 4 – 2020-2026 (zie afzonderlijke documenten als bijlage) wordt aangenomen.

       

      Artikel 4.

      De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2023 worden als volgt gewijzigd en die van boekjaar 2024 worden als volgt vastgesteld:

        2023 oorspronkelijke MJPW 2023 nieuwe MJPW 2024 nieuwe MJPW
        Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten
      Exploitatie € 2.591.865 € 1.178.187 € 2.523.909 € 1.277.084 € 2.650.445 € 1.065.791
      Investeringen € 5.000,00 € 15.000,00 € 70.000,00 € 15.000,00 € 5.000 € 0,00

       

      Artikel 5.

      De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2023 worden als volgt gewijzigd en die van het boekjaar 2024 worden als volgt vastgesteld:

        2023 oorspronkelijke MJPW 2023 nieuwe MJPW 2024 nieuwe MJPW
        Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten
      Exploitatie € 12.657.566 € 16.541.212 € 12.861.581 € 17.841.721 € 13.804.893 € 16.723.864
      Investeringen € 8.540.358 € 2.152.860 € 6.450.098 € 476.927 € 6.827.189 € 185.860
      Financiering € 968.970 € 4.571.783 € 706.543 € 4.215.350 € 799.451 € 5.269.530
      Leningen en leasings € 968.970 € 4.547.461 € 706.543 € 4.174.025 € 799.451 € 5.228.205
      Toegestane leningen en betalingsuitstel   € 24.322 € 0 € 41.325 € 0 € 41.325


      Artikel 6.

      Aan de Vlaamse Overheid zal digitaal over de meerjarenplanaanpassing 4 – 2020-2026 worden gerapporteerd, conform de daartoe vastgestelde bepalingen.

    • Subsidiereglement i.v.m. de vergoeding van het middagtoezicht als sociaal voordeel

      Aanleiding
      • Sedert 1 september 1991 verstrekt onze gemeente een sociaal voordeel aan alle scholen op haar grondgebied in de vorm van een tussenkomst voor het middagtoezicht. Het oorspronkelijk reglement werd tot op heden nog steeds gehanteerd, maar is om evidente redenen aan vernieuwing toe.
      Feiten, context, motivering
      • Het subsidiereglement i.v.m. middagtoezicht, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 augustus 1992, is opgemaakt in BEF en moet omgezet worden in EUR;
      • De subsidiërende overheid dient een regeling inzake het normenstelsel en de betaling van het middagtoezicht, als sociaal voordeel aan de leerlingen verleend, vast te stellen.
      Juridisch kader
      • Decreet Lokaal Bestuur;
        Besluit van de Vlaamse Overheid van 24 juli 1991, houdende bepaling van de begrippen gezondheidstoezicht en sociale voordelen bedoeld in artikel 33 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;
      • Omzendbrief van 25 juli 1991 van de Gemeenschapsminister van Onderwijs betreffende gezondheidstoezicht en sociale voordelen vanaf het schooljaar 1991-1992;
      • Gemeenteraadsbeslissing 5 augustus 1992, regeling inzake het normenstelsel en de vergoeding van het middagtoezicht als sociaal voordeel vanaf 01 september 1991.
      Financieel kader
      • Budgetsleutel: ACT 3.4.2.2/0870-00/6493120 - jaarlijks krediet van € 35.000,00 voorzien.
      Publieke stemming
      Aanwezig: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts, Frédéric Pipelers
      Voorstanders: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts
      Onthouders: Jo Lamberts
      Resultaat: Met 17 stemmen voor, 1 onthouding
      Besluit

      Met 17 stemmen voor (Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts), 1 onthouding (Jo Lamberts)

      Artikel 1.

      In het kader van de sociale voordelen, zoals voorzien in de regelgeving van het flankerend onderwijsbeleid, wordt een tussenkomst voorzien aan de Affligemse scholen voor het organiseren van middagtoezicht.

       

      Artikel 2.

      Het normenstelsel van het middagtoezicht wordt als volgt vastgesteld:

      • alleen middagtoezicht op de volle dagen m.a.w. op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag;
      • duur beperkt tot 1 uur per volle schooldag;
      • één toezichter per groep van 60 leerlingen.
       
      Artikel 3.
      • Het middagtoezicht wordt georganiseerd per niveau (kleuter- en lager onderwijs).
      • Het aantal toezichters wordt beoordeeld per vestigingsplaats, met een minimum van 1 toezichter per vestigingsplaats en per niveau.
      • Het sociaal voordeel wordt toegekend per school.
      • De bedragen die worden toegekend mogen enkel worden aangewend voor de betaling van de loonkosten van het personeel belast met het toezicht.
       
      Artikel 4.
      • De inrichtende machten, die wensen gebruik te maken van het sociaal voordeel, zoals bepaald in onderhavig reglement, dienen hiertoe per schooljaar een uitdrukkelijke aanvraag in te dienen.
      • Na ontvangst onderzoekt de financiële dienst de ontvankelijkheid van de aanvraag, berekent het subsidiebedrag en legt het uit te betalen bedrag voor goedkeuring voor aan het college van burgemeester en schepenen.
       
      Artikel 5.
      • De vergoeding voor middagtoezicht wordt uitbetaald, per 60 minuten, aan een bedrag dat gelijk is aan het geïndexeerde bruto-uurloon van een bedienden (niveau D1 met 0 jaar anciënniteit). Het bedrag wordt aangepast als de spilindex overschreden is.
      • De berekening van de vergoeding gebeurt op basis van het leerlingenaantal op datum van 1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop het sociaal voordeel betrekking heeft.
      • Voor de berekening van het aantal dagen middagtoezicht per schooljaar wordt het regulier aantal schooldagen per schooljaar gebruikt, zijnde 160 dagen (woensdagen, schoolvakanties en feestdagen zijn niet meegeteld).
      • De berekening gebeurt aan de hand van volgende formule:
      Z x 160 dagen x Y/60

      verminderd met :

      • 4,34 euro x Y, zijnde het gedeelte van de werkingstoelage voor het basisonderwijs -verstrekt door de overheid aan de betrokken school - dat bestemd is voor middagtoezicht;
      • remgeld x aantal rechthebbende leerlingen x 160 dagen
      waarbij:
       
      • Z = het geïndexeerde bruto-uurloon van een bediende (niveau C1 met 0 jaar anciënniteit);
      • Y = het aantal leerlingen op 1 februari van het voorgaand schooljaar.
      • Onder remgeld wordt verstaan: de kosten, onder welke vorm ook, die door de betrokken school aangerekend worden aan de ouders van de leerlingen die gebruik maken van het middagtoezicht. Ook het opleggen van een verplichte betalende afname van drank, voeding, dienstverlening,... wordt aanzien als remgeld.   

      Artikel 6.

      De directies  zijn er toe gehouden elk kalenderjaar alle nodige inlichtingen aan het college van burgemeester en schepenen te verstrekken om aanspraak te kunnen maken op de uitbetaling van deze subsidie voor middagtoezicht.

       

      Artikel 7.

      Deze beslissing treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 en zal bijgevolg ook toegepast worden voor alle subsidieaanvragen die na de datum van inwerkingtreding worden ingediend door de scholen.

      De gemeenteraadsbeslissing van 5 augustus 1992, houdende het vaststellen van de regeling inzake het normenstelsel en de vergoeding van het middagtoezicht als sociaal voordeel vanaf 01 september 1991, wordt opgeheven.

       

      Artikel 8.

      Afschrift van deze beslissing zal ter kennisgeving aan de toezichthoudende overheid worden toegestuurd en intern aan de betrokken diensten worden meegedeeld.

    • Gemeentelijk reglement houdende opmaak leegstandsregister en gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen - aanslagjaren 2024 tot en met 2025

      Aanleiding
      • Na overleg met ILV Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland (Affligem - Liedekerke - Roosdaal - Ternat) is er besloten om het retributiereglement aan te passen voor aanslagjaar 2024 tot en met 2025.
      Feiten, context, motivering
      • De langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden;
      • De gemeenten kunnen een register van leegstaande woningen en gebouwen bijhouden. Hiervoor dient een gemeentelijk reglement te worden aangenomen waarin de indicaties van leegstand en de procedure tot vaststelling van de leegstand worden vastgesteld;
      • Langdurig leegstaan van gebouwen en woningen heeft een negatieve impact op het leefmilieu en veiligheidsgevoel. Het brengt verloedering en bijgevolg extra taken voor de gemeente met zich mee;
      • Het is wenselijk dat het beschikbaar patrimonium voor wonen optimaal benut wordt en dat er zoveel mogelijk woongelegenheid van goede kwaliteit effectief voor huisvestiging moet gebruikt worden;
      • Het gemeentelijke leegstandsregister is de enige mogelijke grondslag van een belasting op leegstaande woningen en gebouwen. De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen zal onder meer een effect hebben als de opname in het leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;
      • De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt de heffing van rendabele belastingen;
      • Het bestaande reglement van 03 december 2019 dient vervangen te worden, gezien meerdere aanpassingen noodzakelijk zijn om onduidelijkheden bij bepaalde situaties te vermijden.
      Juridisch kader
      • Decreet lokaal bestuur;
      • Decreet van 30 mei 2008: de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
      • Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019: de gemeentefiscaliteit;
      • Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 3 december 2021, Boek 2, Deel 2, Titel 4 “Subsidiëring van intergemeentelijke samenwerking”;
      • Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 2.9 t.e.m. artikel 2.14;
      • Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2019: gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen - aanslagjaar 2020 tot en met 2025.
      Financieel kader

      In het gemeentelijk meerjarenplan is voor de jaren 2024 en 2025 een belastingontvangst van € 64.000,00 voorzien op budgetsleutel GBB/0020-00/7374000. 

      Besluit

      Artikel 1.

      Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt, op basis van onderhavig reglement, een gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen geheven. De eerste inkohiering op basis van de bepalingen van dit reglement zal gebeuren op de woningen en gebouwen die op 1 september 2024 gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

       

      Hoofdstuk 1 - Definities


      Artikel 2. Begrippen

      Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de definities van artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

      Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

      2.1 

      Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;

       

      2.2 

      Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

       

      2.3 

      Betekening via beveiligde zending:

      a) een aangetekend schrijven;

      b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

      c) het digitaal invulformulier op de gemeentelijke webtoepassing;

      d) een mail aan de betrokken gemeentelijke dienst, onder voorwaarde van de bevestiging van de ontvangst van de mail binnen de 14 kalenderdagen;

       

      2.4 

      Leegstandsregister: het register van leegstaande gebouwen en woningen bedoeld in artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

       

      2.5 

      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw al de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten vermeld in artikel 2.1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

       

      2.6 

      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

       

      2.7 

      Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

       

      De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij het gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

       

      Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten;

       

      2.8 

      Leegstaande woning: een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:

      1. hetzij de woonfunctie;
      2. hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt;
       

      2.9 

      Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

       

      2.10 

      Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen, zijnde de betekeningsdatum van de administratieve akte;

       

      2.11 

      Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:

      • een overzicht van de voorgenomen werken;
      • een gedetailleerd tijdschema waaruit de voortgang en planning van de werken met het oog op het bewoonbaar maken of het in gebruik nemen van de woning of het gebouw blijkt;
      • bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken;
      • fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;
       

      2.12 

      Tweede verblijf: het gebouw of gedeelte van een gebouw dat als private woongelegenheid kan gebruikt worden, waarover de gebruikers steeds kunnen beschikken, en er niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van de gemeente;

       

      2.13 

      Houder van het zakelijk recht: de persoon die houder is van één van de volgende zakelijke rechten:

      • de volle eigendom;
      • het recht van opstal of van erfpacht;
      • het vruchtgebruik.

       

      Hoofdstuk 2 - Leegstandsregistratie


      Artikel 3. Leegstandsregister

      3.1 

      De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

      1. een lijst "leegstaande gebouwen";
      2. een lijst "leegstaande woningen";
       

      3.2

      Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister;

       

      3.3   

      Een gebouw of een woning, geïnventariseerd als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd;

       

      3.4   

      In elke lijst worden volgende gegevens opgenomen:

      • het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
      • de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
      • de identiteit en het (de) adres(sen) van de houder(s) van het zakelijk recht;
      • het nummer en de datum van de administratieve akte;
      • de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.
       

      Artikel 4. Registratie van leegstand

      4.1 

      De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

       

      4.2 

      Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte waaraan een beschrijvend verslag met de foto's en leegstandsindicaties wordt gevoegd;

       

      4.3

      Als datum van de opname in het register geldt de betekeningsdatum van de administratieve akte, zoals omschreven onder 2.10 van de definities hiervoor vermeld;

       

      4.4

      De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in volgende lijst:

      • het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister of de vaststelling dat er minstens 12 onafgebroken maanden geen inschrijving in het bevolkingsregister voorkomt op het adres van de woning;
      • het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;
      • de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;
      • het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of " te koop";
      • het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;
      • een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;
      • oneigenlijke gevelwerken zoals dichtgemetselde of dichtgetimmerde gevelopeningen;
      • verwaarloosd buitenschrijnwerk zoals verweerde ramen en deuren, afbladderende verf, glasbreuk, ...;
      • verwaarloosde gevels zoals ontbrekende stenen, uitvallend voegwerk, verweerde bepleistering;
      • verwaarloosd dak zoals het verzakken, losliggen of plaatselijk ontbreken van dakbedekking, het niet waterdicht zijn van de dakbedekking, het ontbreken van regenafvoer, ...;
      • verwaarloosde buitenruimte door opschietende en niet onderhouden beplanting, geen tekenen van betreding, kruidgroei, ...;
      • permanente indruk van niet bewoning door bijvoorbeeld het permanent gesloten zijn van gordijnen of rolluiken;
      • uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;
      • woning/gebouw is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld.

      Artikel 5. Kennisgeving van de registratie

      De houder van het zakelijk recht wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

      • de administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag;
      • informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;
      • informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;
      • informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister.
       

      Artikel 6. Beroep tegen registratie

      6.1      

      Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 5, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de administratieve akte tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepsschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

      • de identiteit en het adres van de indiener;
      • de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft;
      • de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeenrecht, uitgezonderd de eed;
       

      Als datum van het beroepsschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

       

      Als het beroepsschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of advocaat-stagiair;

       

      6.2      

      Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepsschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepsschrift als ingetrokken wordt beschouwd;

       

      6.3      

      Elk inkomend beroepsschrift wordt in het leegstandsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbewijs verstuurd;

       

      6.4 

      Het beroepsschrift is alleen onontvankelijk:

      • als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in punt 6.1, of;
      • als het beroepsschrift niet uitgaat van een houder van het zakelijk recht, of;
      • als het beroepsschrift niet is ondertekend.

      6.5      
      Als het beroepsschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn uit punt 6.1 niet verstreken is;
       

      6.6      

      Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepsschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek;

       

      6.7     

      Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

       

      Artikel 7.  Schrappen uit het leegstandsregister

      7.1      

      Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden, aangewend wordt overeenkomstig de functie zoals omschreven in artikel 2.8.

       

      7.2    

      De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

       

      Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.5, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na onderzoek ter plaatse.

       

      Een (handels)huurovereenkomst kan nooit als bewijs gelden voor de beëindiging van de leegstand van een gebouw, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van het gebouw;

       

      7.3      

      Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

      • de identiteit en het adres van de indiener;
      • de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
      • de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;
       

      Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

       

      De personeelsleden belast met de onderzoeks-, de controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, onderzoeken of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en nemen een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na deze ontvangst van het verzoek. De verzoeker wordt op de hoogte gebracht van deze beslissing met een beveiligde zending;

       

      7.4      

      Tegen de beslissing over het onderzoek tot schrapping kan de zakelijke gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6;

       

      7.5     

      Indien tegen de opname bezwaar wordt ingediend en dit bezwaar is laattijdig onontvankelijk of ongegrond, blijft de betekeningsdatum van de administratieve akte gelden als opnamedatum in het leegstandsregister.

       

      7.6

      De woningen en gebouwen, die op basis van de gemeenteraadsbeslissing van 3 december 2019 houdende vaststelling van de gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen - aanslagjaar 2020 tot en met 2025, opgenomen waren in het leegstandsregister, blijven op basis van die registraties en met behoud van de eerder opgebouwde termijnen, opgenomen in het leegstandsregister.

       

      Hoofdstuk 3: De belasting


      Artikel 8. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

      Er wordt voor de aanslagjaren 2024-2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die op 1 september gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

       

      De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is bijgevolg voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw op 1 september gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

       

      Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister geschrapt is, blijft de belasting verschuldigd op 01 september van het betreffende jaar;

       

      In geval van een vrijstelling als hierna vermeld in artikel 11 is de belasting verschuldigd op 1 september na het einde van de vrijstelling, indien de woning of het gebouw dan nog steeds is opgenomen in het leegstandsregister.

       

      Artikel 9.  Belastingplichtige

      De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het leegstaand gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

       

      Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

       

      Ingeval er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

       

      Ingeval van onverdeeldheid zijn alle leden van de onverdeeldheid hoofdzakelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

       

      Het ondertekenen van een verkoopsovereenkomst houdt geen overdracht in van een zakelijk recht. Het verlijden van de notariële akte zal bepalend zijn om te bekijken wie er op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt, belastingplichtig is.

       

      In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

       

      De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

       

      Artikel 10. Tarief van de belasting

      De belasting bedraagt 1.250,00 euro voor een gebouw of woning bij de eerste keer dat een belasting verschuldigd wordt.

       

      De belasting wordt vermeerderd met 250,00 per bijkomend nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat.

       

      Een vrijstelling, zoals voorzien in artikel 11, schorst de optelling van het aantal termijnen gedurende de periode van de vrijstelling niet, met uitzondering van de vrijstelling voor de belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar houder is van het zakelijk recht. In dit laatste geval vervalt het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of een woning in het leegstandsregister staat.

       

      Artikel 11. Vrijstellingen

      11.1

      De belastingplichtige kan vrijgesteld worden van betaling van de verschuldigde belasting. De aanvraag tot vrijstelling moet door de houden van het zakelijk recht vóór 1 september schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen, via het ingevulde modelformulier "aanvraag vrijstelling", samen met de nodige bewijsstukken. De poststempel geldt als bewijs.

       

      Binnen de 2 maanden na de aanvraag van de vrijstelling ontvangt de aanvrager via beveiligde zending een beslissing over de aanvraag tot vrijstelling;

       

      11.2 

      Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 6;

       

      11.3

      Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld (enkel voor de persoon aan wie de vrijstelling is toegekend):

      11.3.1 

      De belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar volgend op de startdatum van het verblijf in de psychiatrische instelling of het ziekenhuis

      11.3.2 

      De belastingplichtige die in een erkend ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar volgend op de startdatum van het verblijf in de erkende ouderenvoorziening;

      11.3.3 

      De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing, voor zover de belastingplichtige niet zelf de oorzaak is van de gerechtelijke beslissing, deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar volgend op de datum van de gerechtelijke beslissing;

      11.3.4  

      De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning, deze vrijstelling is eenmalig en geldt voor een periode van 24 maanden vanaf de notariële aktedatum dewelke de overdracht van de zakelijke rechten inhoudt. Indien het gebouw of de woning na de aktedatum verder blijft leegstaan, wordt de notariële aktedatum beschouwd als de nieuwe opnamedatum in het leegstandsregister;

       

      11.4  Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:

      11.4.1 

      Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

      11.4.2 

      Krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

      11.4.3 

      Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp (brand, overstroming,...). De vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van drie jaar vanaf de verjaardag van de opnamedatum die volgt op de datum van de vernieling of de beschadiging. De vrijstelling kan jaarlijks worden verlengd, wanneer de belastingplichtige het bewijs voorlegt dat er na afloop van deze termijn nog steeds betwisting bestaat over de aansprakelijkheid of de vergoeding van de verzekering of het rampenfonds, die afbraak, nieuwbouw, renovatie of verkoop onmogelijk maakt. In de zin van deze bepaling wordt verstaan onder een ramp een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, zoals brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm,...;

      11.4.4 

      Die gerenoveerd of gesloopt wordt:

      • de belastingplichtige vraagt, indien nodig overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, een omgevingsvergunning aan.;
      • op basis van een omgevingsvergunning wordt een éénmalige vrijstelling toegekend gedurende een periode van 3 jaar volgend op de opnamedatum, indien er reeds een goedgekeurde vergunning aanwezig was voor de opname. In de andere gevallen start de periode van vrijstelling vanaf de eerstvolgende verjaardag van de opnamedatum;
      • de belastingplichtige dient, indien geen vergunningsplicht, bij het college van burgemeester en schepenen een ondertekende en gedagtekende renovatienota in. In de renovatienota wordt de volgende informatie vermeld:

      a) een overzicht van welke niet -vergunningsplichtige werken er worden uitgevoerd;

      b) een gedetailleerd tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd;

      c) een raming van de kosten vergezeld van offertes, facturen en/of bestekken waaruit blijkt dat de werken uitgevoerd zullen worden;

      d) een plan of tekening en fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen.

       

      Op basis van een goedgekeurde renovatienota wordt een éénmalige vrijstelling toegekend gedurende een periode van 3 jaar volgend op de eerstvolgende verjaardag van de opnamedatum;

      11.4.5 

      Dat onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling  slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvraag van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

       

      Het cumuleren van vrijstellingen vermeld onder artikel 11 is mogelijk, maar met een maximum van 4 jaar volgend op de aanvangsdatum van de eerst verkregen vrijstelling.

       

      Artikel 12 Verval van vrijstelling

      De belastingplichtige die om één van de in artikel 11 aangehaalde gronden, vrijgesteld werd, is er ten allen tijde toe gehouden de woning of het gebouw normaal te onderhouden en mag het niet laten verkrotten.

       

      Indien het college van burgemeester en schepenen vaststelt dat dit toch het geval is, brengt zij de belastingplichtige hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte. Indien deze hiervoor niet binnen een termijn van dertig dagen na betekening een door het college gegrond bevonden antwoord formuleert, vervalt de vrijstellingsgrond voor de nog resterende periode met ingang vanaf de datum van boven vernoemde aangetekend schrijven.

       

      Artikel 13. Inkohiering

      De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De aanslag kan elk jaar worden gevestigd op 1 september en dit vanaf het ogenblik dat het gebouw of de woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

       

      De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

       

      Artikel 14. Bezwaar

      De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

       

      Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

       

      Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet. 

       

      De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

       

      Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

       

      Artikel 15.

      De gemeenteraadsbeslissing van 3 december 2019 houdende vaststelling van de gemeentebelasting op leegstaande woningen en gebouwen - aanslagjaar 2020 tot en met 2025, blijft van toepassing voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2023 en voor de afhandeling van de belastingaanslagen die op basis van dit oorspronkelijk reglement vastgesteld en uitvoerbaar verklaard werden.

      De gemeenteraadsbeslissing van 3 december 2019 wordt evenwel opgeheven voor wat betreft de aanslagjaren 2024 en 2025.

       

      Artikel 16. Bekendmaking

      Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de artikelen 286 §1, 1° en 287 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

       

      Afschrift van deze beslissing wordt via het digitaal loket aan de heer provinciegouverneur toegestuurd.

    • Vaststellen van de lijst van nominatieve opdrachten waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid voor het vaststellen van de voorwaarden, de keuze voor de soort overheidsopdracht en voor het goedkeuren van het bestek delegeert aan het college van burgemeester en schepenen - dienstjaar 2024 - goedkeuring

      Aanleiding
      • Om tot een efficiënte en vlotte administratieve opstart van diverse overheidsopdrachten te komen, is het aangewezen de bevoegdheid voor het vaststellen van de voorwaarden en voor het goedkeuren van het bestek te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen.
      Feiten, context, motivering
      • De lijst van nominatieve overheidsopdrachten waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid delegeert naar het college van burgemeester en schepenen, is geen verplicht onderdeel meer van het meerjarenplan;
      • Deze lijst dient bijgevolg via een afzonderlijke beslissing door de gemeenteraad vastgesteld te worden;
      • Voor de overheidsopdrachten, vermeld in bijgevoegde lijst, is het aangewezen deze bevoegdheid te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen;
      Juridisch kader
      • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, titel 4;
      • Besluit Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
      • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
      • Omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
      • Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen;
      • Beslissing van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 december 2019 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025;
      • Beslissing van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 1 – 2020-2025;
      • Beslissing van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2021 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 2 – 2020-2025;
      • Beslissing van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 december 2022 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 3 - 2020-2025;
      • Beslissing van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2023 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 4 - 2020-2026.
      Publieke stemming
      Aanwezig: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts, Frédéric Pipelers
      Voorstanders: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts
      Tegenstanders: Guy Uyttersprot, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Jo Lamberts
      Resultaat: Met 13 stemmen voor, 5 stemmen tegen
      Besluit

      Met 13 stemmen voor (Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts), 5 stemmen tegen (Guy Uyttersprot, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Jo Lamberts)

      Artikel 1.
      De lijst van nominatieve overheidsopdrachten - dienstjaar 2024, waarvan de gemeenteraad de bevoegdheid voor het vaststellen van de voorwaarden en voor het goedkeuren van het bestek delegeert aan het college van burgemeester en schepenen, wordt goedgekeurd.

       

      Artikel 2.

      De bijgevoegde lijst maakt integraal deel uit van dit besluit.

       

      Artikel 3.

      Afschrift van deze beslissing zal bezorgd worden aan de financiële dienst.

    • Belasting op de grafconcessies en vaststelling van het belastingtarief voor de verkoop van betonnen grafkelders - aanslagjaren 2024 en 2025

      Aanleiding
      • De gemeente wenst ook in 2024 en 2025 een belasting te heffen op grafconcessies en een belastingtarief vast te stellen voor de verkoop van betonnen grafkelders, met als doel enerzijds de onderhoudskost van de gemeentelijke begraafplaatsen en de aankoopkost van betonnen grafkelders deels te recupereren en anderzijds bij te dragen aan de gezonde financiële toestand van de gemeente.
      Feiten, context, motivering
      • Voor de aanslagjaren 2024 en 2025 dient er nog een belastingreglement vastgesteld te worden;
      • Het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen wordt op systematische basis uitgevoerd door de gemeentewerklieden;
      • De aankoop, levering en plaatsing van betonnen grafkelders brengt eveneens een kost voor de gemeente met zich mee;
      • De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt de heffing van rendabele belastingen.
      Juridisch kader
      • Decreet Lokaal Bestuur, de artikelen 40, 41, 14°, 177, 286 en 288;
      • Decreet van 30 mei 2008, de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
      • Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2022, vaststelling van de belasting op grafconcessies voor aanslagjaar 2023;
      • Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019, de gemeentefiscaliteit.
      Financieel kader
      • In het meerjarenplan is voor dienstjaar 2024 en 2025 een ontvangstkrediet van € 30.000,00 voorzien op budgetsleutel ACT 1.3.4.5/0990-00/7004000.
      Publieke stemming
      Aanwezig: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts, Frédéric Pipelers
      Voorstanders: Gerda Van Geite, Tim Herzeel, Herman Steppe, Hans Cornand, Greet Van Holsbeeck, Denise De Paepe, Guy Uyttersprot, Leen Steenhoudt, Els Van Nieuwenhove, Johan Guns, Jill Rollier, Bert De Roeck, Jonas Van Vaerenbergh, Elke Van den Winckel, Bart De Maeseneir, Jeroen Roelandt, Dirk Geeraerts, Jo Lamberts
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1.

      Er wordt ten behoeve van de gemeente voor aanslagjaren 2024 en 2025 een belasting op de grafconcessies gevestigd.

       

      Artikel 2.

      Voor de personen die voldoen aan één van de criteria van artikel 10 bis van het gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20 april 2010, bedraagt het tarief van de concessie:

       

      a) op 25 jaar:

      € 250,00 per kist of urne in volle grond;

      € 125,00 per kist of urne voor een kind tot 7 jaar;

      € 250,00 per nis in het columbarium;

      € 250,00 per urne op het urnenveld.

       

      b) op 50 jaar:

      € 500,00 per kist of urne in een grafkelder;

      € 250,00 per kist of urne voor een kind tot 7 jaar;

      € 500,00 per nis in het columbarium;

      € 500,00 per urne op het urnenveld.

       

      Voor de personen die niet voldoen aan één van de criteria van artikel 10 bis van het gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen, bedraagt het tarief het dubbele van de vastgestelde bedragen.

       

      Artikel 3.

      De belasting voor de hernieuwing met bijzetting wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt.

       

      Artikel 4.

      Er wordt ten behoeve van de gemeente voor aanslagjaren 2024 en 2025 een belastingtarief vastgesteld voor de verkoop van betonnen grafkelders, die op kosten van de gemeente geleverd en geplaatst worden op de begraafplaatsen. Het belastingtarief wordt vastgesteld op € 650,00 per dubbele betonnen grafkelder.

       

      Artikel 4.

      De belasting is verschuldigd door de persoon die de concessie of de grafkelder heeft aangevraagd.

       

      Artikel 5.

      De betaling gebeurt contant tegen afgifte van een kasticket en een ontvangstbewijs of door overschrijving op de gemeenterekening na voorlegging van een factuur.

      Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd.

       

      Artikel 6.

      Deze beslissing wordt op de gemeentelijke website bekendgemaakt.

       

      Artikel 7.

      Afschrift van deze beslissing wordt via het digitaal loket aan de heer provinciegouverneur toegestuurd.

  • Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

    • Intergem - Halfjaarlijks verslag najaar 2023

      Aanleiding
      • E-mail van Intergem, 19 oktober 2023.
      Feiten, context, motivering
      • Het lokaal bestuur Affligem is momenteel aangesloten voor één of meerdere activiteiten bij de opdrachthoudende vereniging Intergem; 
      • Terugblik op het eerste semester van 2023;
      • Inhoud verslag: deel 1 (marktwerking en beleid), deel 2 (energienetbeheer) en deel 3 (datanetbeheer).
      Juridisch kader
      • Het decreet over het lokaal bestuur.
      Besluit

      De gemeenteraad neemt kennis van het halfjaarlijks verslag najaar 2023 van Intergem.

    • Farys - saneringsbijdrage - gemeentelijke tarieven voor 2024 - bekrachtiging.

      Aanleiding
      • Brief van 02 oktober 2023 vanwege TMVW / Farys houdende formulering van het jaarlijks intercommunaal voorstel tot vaststelling van het gemeentelijke saneringsbijdrage.
      • Met deze brief wordt het lokaal bestuur uitgenodigd om de gemeentelijke tarieven in het kader van betrokken watersanering vast te stellen voor het jaar 2024.
      Feiten, context, motivering
      • De “Starterscodex” vanwege Farys omvat de diverse modaliteiten m.b.t. de gemeentelijke saneringsbijdrage (ic. de gemeentelijke bijdrage voor drinkwaterklanten en de gemeentelijke vergoeding voor klanten met eigen waterwinning);
      • Met betrekking tot de aanrekening en eventuele vrijstellingen, volgt de gemeentelijke saneringsbijdrage tevens het stelsel van de bovengemeentelijke aanrekening;
      • Overwegende de bief van Farys, 02
      • Farys formuleert jaarlijks een intercommunaal voorstel voor het bepalen van de gemeentelijke saneringsbijdrage (drinkwaterklanten) en de gemeentelijke saneringsvergoeding (eigen waterwinners);
      • De definitieve vastlegging van de gemeentelijke saneringsbijdrage kan pas gebeuren na vastlegging van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage en de vermenigvuldigingscoëfficiënt – momenteel maximaal 1,4 (onder voorbehoud van decretale aanpassing) –, met name eind december, en middels een programmadecreet van de Vlaamse Regering;
      • Dit programmadecreet van de Vlaamse Regering wordt doorgaans pas eind december goedgekeurd, wat resulteert in het feit dat er actueel nog geen saneringsbijdrage kan worden vastgelegd;
      • Om voormelde reden wordt dan ook telkens voorgesteld om de gemeentelijke saneringsbijdrage en -vergoeding voor het aanslagjaar 2024 - het intercommunaal voorstel te volgen;
      • De voorgestelde eenheidsprijs wordt dan telkens vanaf 01 januari 2024 geactualiseerd;
      • Het intercommunaal voorstel is:
        • Toepassing van de maximale tarieven voor de gemeentelijke bijdrage en vergoeding, berekend door de tarieven voor de bovengemeentelijke bijdrage voor 2024 te vermenigvuldigen met een vermenigvuldigingscoëfficiënt (momenteel 1,4 onder voorbehoud van decretale aanpassing).
      Juridisch kader
      • Het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begrotingen 2006, artikel 59 in het bijzonder, waardoor een afdeling V en een artikel 16 werd ingevoerd in het decreet van 24 mei 2002 houdende water voor menselijke aanwending, waardoor het mogelijk werd eveneens een vergoeding aan te rekenen aan de gebruikers van een eigen waterwinning (VEW);
      • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 57;
      • De gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2005 houdende toetreding tot het AquaRio-project van Tmvw;
      • De collegebeslissing van 7 november 2023, houdende Farys - saneringsbijdrage - gemeentelijke tarieven voor 2024.
      Besluit

      Artikel 1.

      De beslissing die goedgekeurd is door het college van burgemeester en schepenen op 7 november 2023 wordt bekrachtigd door de gemeenteraad en omvat het volgende: 

      • Het Lokaal bestuur Affligem verleent zijn principieel akkoord om toepassing te maken van de maximale verbruikstarieven voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en respectievelijk saneringsvergoeding, overeenkomstig het intercommunaal voorstel. Deze maximale tarieven worden berekend door de tarieven van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage voor 2024 te vermenigvuldigen met een vermenigvuldigingscoëfficiënt (momenteel 1,4 onder voorbehoud van decretale aanpassing).
      • Voor het aanslagjaar 2024 wordt een gemeentelijke saneringsvergoeding aangerekend voor eigen waterwinning gelijk aan het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en toegepast op de opgenomen m³ water.
      • De principes inzake vrijstellingen om sociale-, economische of ecologische redenen van toepassing op de bovengemeentelijke saneringsbijdrage zijn eveneens van toepassing op de gemeentelijke saneringsbijdrage en de saneringsvergoeding.
    • Gemeentelijke Holding Nv in vereffening - buitengewone algemene vergadering - 13 november 2023 - goedkeuring agenda - bekrachtiging.

      Aanleiding
      • Brief van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening van 09 oktober 2023
      Feiten, context, motivering
      • Het lokaal bestuur is aandeelhouder van Gemeentelijke Holding NV;
      • Uitnodiging buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV- in vereffening, die zal plaatsvinden op maandag 13 november 2023 om 14 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel;
      • Op de agenda staan de volgende punten:
        1. Aanname van een nieuwe tekst van statuten teneinde deze in overeenstemming te brengen met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;
        2. Volmacht voor de coördinatie van de statuten;
        3. Volmacht aan de vereffenaars tot uitvoering van de genomen beslissingen;
        4. Volmacht voor de formaliteiten;
      • Alle punten van de agenda worden overeenkomstig de wettelijke regels louter ter kennisname meegedeeld aan de buitengewone algemene vergadering. Deze worden dus niet ter stemming voorgelegd
      Juridisch kader
      • Het decreet over het lokaal bestuur van 2017;
      • De gemeenteraadsbeslissing van 2 juli 2019 houdende Gemeentelijke Holding Nv in vereffening – aanduiding van een vertegenwoordiging voor de algemene vergaderingen - legislatuur 2019-2024 – bekrachtiging beslissing college van burgemeester en schepenen;
      • De collegebeslissing van 7 november 2023, houdende Gemeentelijke Holding Nv in vereffening - buitengewone algemene vergadering - 13 november 2023 - goedkeuring agenda.
      Besluit

      Artikel 1.
      De agenda van de Gemeentelijke Holding Nv in vereffening van de buitengewone algemene vergadering op 13 november 2023, die goedgekeurd is door het college van burgemeester en schepenen op 7 november 2023, wordt bekrachtigd.

    • ILvA - Bijzondere algemene vergadering - 12 december 2023 - goedkeuring agenda - bekrachtiging.

      Aanleiding
      • ILvA houdt algemene vergadering op dinsdag 12 december 2023 te 19.00u;
      • Brief van ILvA in verband met de bijzondere algemene vergadering en de agendapunten, 25 oktober 2023.
      Feiten, context, motivering
      • De statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ILvA;
      • De aangetekende brief van 25 oktober 2023 waarbij de gemeente wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering van 12 december 2023 om 19 uur in de maatschappelijke zetel van de vereniging, Industriezone Zuid III, Industrielaan 18, 9320 Erembodegem.
      Juridisch kader
      • Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
      • De gemeenteraadsbeslissing van 13 september 2013 houdende toetreding tot de intercommunale ILvA en goedkeuring statuten;
      • De gemeenteraadsbeslissing van 05 februari 2019 houdende ILvA – buitengewone algemene vergadering van 19 februari 2019 – aanduiding van een vertegenwoordiging voor de algemene vergaderingen (legislatuur 2019-2024);
      • De collegebeslissing van 7 november 2023, houdende ILvA - Bijzondere algemene vergadering - 12 december 2023 - goedkeuring agend.
      Besluit

      Artikel 1.

      De agenda van ILvA van de Bijzondere algemene vergadering op 12 december 2023, die goedgekeurd is door het college van burgemeester en schepenen op 7 november 2023, wordt bekrachtigd.

  • Mondelinge vragen

    • Bijkomende mondelinge vraag - Jonas Van Vaerenbergh

      Aanleiding
      • E-mail van raadslid Jonas Van Vaerenbergh - 13 december 2023.
      Feiten, context, motivering
      1. Vorig jaar werd er een negatief advies door de politie gegeven voor het laten plaatsvinden van een grote fuif (Q-party) in de Bellekouterhal. De politiezone TARL zou beschikken over onvoldoende manschappen om de veiligheid te kunnen garanderen. Dit wegens nog andere festiviteiten en een chronisch personeelstekort.

        We zijn een goed jaar verder, zijn er maatregelen genomen zodat er wél grote fuiven kunnen plaatsvinden in de hal? Zo ja, welke maatregelen zijn dit?

        Kunnen organisatoren nu ook makkelijker een positief advies krijgen voor de aanvraag van hun fuif?

      2. Oversteekplaats ter hoogte van Bpost op de Brusselbaan.
        Is er nieuws van AWV of hier een oversteekplaats zal komen en/of wanneer de werken hiervoor zouden aanvangen? Dit naar aanleiding van de mondelinge vraag op de gemeenteraad van april 2021.
      Besluit

      Het antwoord op bovenstaande vraag vind je terug in het zittingsverslag van de gemeenteraad van 19 december 2023.

    • Bijkomende mondelinge vragen - Jo Lamberts – namens Groen Affligem

      Aanleiding
      • E-mail van raadslid Jo Lamberts - namens Groen Affligem - 13 december 2023
      Feiten, context, motivering
      1. Klimaatplan
        Gelet op de ondertekening van het burgemeestersconvenant op 18 oktober 2019 en het daaruit voortvloeiende engagement om ten laatste 2 jaar na de ondertekening over een klimaatplan te beschikken, kan ik stellen dat het lokale bestuur zijn engagement niet naleeft. De uiterste datum voor het goedkeuren van het lokale klimaatplan door de gemeenteraad is verlopen op 18 oktober 2021. We zijn actueel ruim 2 jaar na datum, en dus volgende vragen:
        1. Wat is de actuele stand van zaken?
        2. Wat is de timing die het lokale bestuur voorop stelde om deze wantoestand zo snel mogelijk te regulariseren.
          Bijkomend lees ik in verschillende bronnen dat de ondertekening van het burgemeestersconvenant werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 3 september 2019. Kan het lokale bestuur dit bevestigen?

      2. Buurtwegen
        Naar aanleiding van mijn mondelinge vraag tijdens de vorige gemeenteraad, zou schepen Herzeel nakijken of het gemeentelijk wegenregister op de website van de gemeente dient gepubliceerd te worden. Is hier al duidelijkheid rond? Kan er een overzicht gegeven worden van de concrete knelpunten en de stand van zaken?

      3. Adviezen AVM
        Tijdens het CBS dd 28/11/2023 werd er nota genomen van een aantal adviezen van het AVM. Kunnen volgende adviezen kort worden toegelicht aan de gemeenteraad:
        1. Heraanleg dorpskern Hekelgem
        2. Suggestienota fietsersbond, de geactualiseerde versie dd 29/10/2023

      4. Regionaal mobiliteitsplan
        Het regionaal mobiliteitsplan komt stilaan in een eindfase. Op de website van de vervoerregio Vlaamse Rand zijn een aantal documenten en een GIS-kaart terug te vinden. Het grondgebied Affligem oogt daarop maagdelijk blank wat betreft openbaar vervoer. Met uitzondering van een hoogwaardige openbaar vervoersas van Aalst naar Asse en Brussel. Welke impact zal dit regionaal mobiliteitsplan hebben op Affligem? Wat is de actuele stand van zaken?

      5. Proefopstelling maatregelen Fosselstraat en Essene
        Zowel in het centrum Essene als de Fosselstraat, het deel tussen het kruispunt met de Kerkstraat/Bellestraat en Brusselbaan, werden wijzigingen in de verkeerssituatie doorgevoerd. Voor beiden loopt de proefopstelling tot eind deze maand. Kan de evaluatie van beide opstellingen worden toegelicht?

      6. Bevraging beleidsplan ruimte Affligem
        De publieke raadpleging liep t.e.m. 15 december.
        1. Is er zicht op het aantal inwoners dat deelnam aan de bevraging?
        2. Is het aantal deelnemers naar verwachting en wordt dit als representatief gezien door het lokale bestuur?

      7. Windmolens Zwarteberg en Ten Bos
        Het is u wellicht niet ontgaan dat ENGIE en Eoly op 4 december een nieuwe omgevingsvergunning hebben aangevraagd voor het windmolenproject dat een goed jaar geleden voor wat ophef zorgde. Wat is de visie van het lokale bestuur op deze vernieuwde aanvraag?
      Besluit

      De antwoorden op bovenstaande vragen vind je terug in het zittingsverslag van de gemeenteraad van 19 december 2023.

    • Bijkomende mondelinge vragen - Stijn Stassijns – namens N-VA

      Aanleiding
      • E-mail van raadslid Stijn Stassijns - namens N-VA - 14 december 2023
      Feiten, context, motivering
      1. Sinds de coronajaren blijven de kerstlichtjes die langs de Brusselbaan hingen in de kast liggen.
        Is dat een bewuste keuze of een vergetelheid? Zullen ze later dit jaar of in de toekomst nog gehangen worden?

      2. Een tijdje geleden waren er plannen voor een vernieuwing van de raadszaal. Een architect werd gekozen en maakte een plan op. Gaan die plannen nog door?

      3. De bevraging mbt de mobiliteit in Essene is achter de rug. Kunt u een overzicht geven van de resultaten/antwoorden?

      4. De sportkampen werden onlangs gegund voor 143.000 euro. Hoeveel kinderen kunnen daarvoor gedurende hoeveel dagen sporten tijdens de vakantie?
      Besluit

      De antwoorden op bovenstaande vragen vind je terug in het zittingsverslag van de gemeenteraad van 19 december 2023.

  • Goedkeuring notulen vorige zitting

    • Notulen en zittingsverslag

      Besluit

      De notulen van de vorige zitting van 14 november 2023 worden goedgekeurd.
      Het zittingsverslag van 14 november 2023 wordt goedgekeurd.

Namens Gemeenteraad,

Frédéric Pipelers
algemeen directeur

Gerda Van Geite
voorzitter