Artikel 1.
Toelating wordt verleend van 2 april 2024 tot en met 3 april 2024 aan de aanvrager om aanvullende verkeerstekens op de openbare weg te plaatsen zoals bepaald in dit besluit. Deze toelating is geldig voor de duur van de werken die de aanvrager zal uitvoeren op de Brusselbaan (N9) ter hoogte van huisnummer 2.
Artikel 2.
Signalisatie.
Het signalisatieplan/omleidingsplan bijgevoegd aan deze beslissing wordt goedgekeurd.
Artikel 3.
De signalisatie van de werken moet aangebracht worden met de meeste zorg en moet tijdens de volledige duur van de werken zuiver en in stand gehouden worden zodanig dat zij voor de weggebruikers identificeerbaar blijft.
Artikel 4.
Deze toelating moet zich op de werf bevinden en vertoond worden op elk verzoek van de bevoegde overheid.
Artikel 5.
De werken mogen slechts beginnen wanneer de signalisatie volledig aangebracht is.
Artikel 6.
§1. Al de verkeersborden moeten van het retroflecterend type of van het type met eigen verlichting zijn.
§2. De afwisselende witte en rode strepen op de hekken, de bakens en de verkeerkegels moeten retroflecterend zijn.
§3. De bepalingen betreffende de afmetingen en de plaatsing van de verkeerstekens, voorzien in het ministerieel besluit van 11 november 1976, waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, zijn van toepassing.
§4. De signalisatie moet conform zijn aan de bepalingen uit het standaardbestek 250 voor de wegenbouw.
Artikel 7.
Buiten de werkuren, onder meer 's avonds evenals gedurende het weekend en telkens als het werk voor een bepaalde tijd onderbroken wordt, worden de verkeersborden die er dan niet meer nodig zijn, bedekt of weggenomen.
Artikel 8.
§1. Wanneer een verlichtingstoestel is voorzien, werkt het tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer tweehonderd meter.
§2. Bij helder weer moet de verlichting de signalisatie zichtbaar maken op ten minste 150 meter.
Artikel 9.
Indien aan het begin van de werf een hek geplaatst wordt, beslaat het een breedte die minstens gelijk is aan deze welk nodig is om de werken in alle veiligheid te kunnen uitvoeren.
Artikel 10.
De aanvrager is gehouden de voorschriften van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg, na te leven, alsook de verdere vereisten van het Agentschap Wegen en Verkeer zoals gesteld in de "Algemene voorwaarden voor uitvoering van werkzaamheden op het openbaar gewestdomein".
Artikel 11.
Indien de signalisatie niet werd aangebracht volgens de vigerende wettelijke voorschriften, zal dit door toedoen van het gemeentebestuur of het Agentschap Wegen en Verkeer gebeuren op kosten van de aanvrager.
Artikel 12.
De uitvoerder van de werken is gehouden een bord te plaatsen op de werf met vermelding van de naam van de opdrachtgever (firma), alsook het telefoonnummer van een verantwoordelijke van de firma welke de werken laat uitvoeren.
Artikel 13.
Alle herstellingen dienen uitgevoerd te worden volgens het typebestek 250 van de Vlaamse Gemeenschap en de verdere vereisten van het Agentschap Wegen en Verkeer zoals gesteld in de "Algemene voorwaarden voor uitvoering van werkzaamheden op het openbaar gewestdomein".