Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Feiten, context, motivering

• de algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
• de algemeen directeur staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
• de algemeen directeur is bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer;
• het vaststellen van het dagelijks personeelsbeheer is niet expliciet toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen, derhalve moet de gemeenteraad in het kader van haar volheid van bevoegdheid vaststellen wat moet begrepen worden onder dagelijks personeelsbeheer;
• de algemeen directeur kan niet bevoegd gemaakt worden voor de aangelegenheden die uitdrukkelijk aan de gemeenteraad of aan het college van burgemeester en schepenen zijn toegewezen;
• de algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijks personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

Juridisch kader

• decreet lokaal bestuur, de artikelen 40§ 1 en 170 ;
• de rechtspositieregelingen van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
• de arbeidsreglementen van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
• akkoord van het MAT;

Aanleiding

• De jaarlijkse hernieuwing van de overeenkomsten met alle diensten voor gezinszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap en werkzaam op het grondgebied van Affligem, om per werkelijk gepresteerd uur gezins- en bejaardenhulp een tussenkomst toe te kennen.

Feiten, context, motivering

• Sinds 2009 (beslissing RMW 23 februari 2009) wordt aan alle diensten voor gezinszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap en werkzaam op het grondgebied van Affligem, per werkelijk gepresteerd uur gezins- en bejaardenhulp een tussenkomst van 0,35 euro per uur toegeken
• elke overeenkomst is slechts geldig voor één jaar en dient dus jaarlijks hernieuwd te worden;
• de nodige kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025;
• in het beleidsdomein senioren, één van de vijf sociale beleidsdomeinen welke in voormeld beleidsplan nader werden geanalyseerd en geïntegreerd in het meerjarenplan, werd actie 1.1.5 "ondersteunen van bestaande lokale seniorenorganisaties door middel van financiële subsidies" voorzien
• voor betrokken initiatief werden ook de nodige financiële middelen uitgetrokken;
• het is wenselijk om opnieuw een tussenkomst toe te kennen aan alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende diensten voor gezinszorg werkzaam op het grondgebied van Affligem;
• concreet gaat het over Ferm Thuiszorg vzw, Familiehulp O-VL vzw en Familiehulp vzw regio Brussel-Halle-Vilvoorde;
• een overeenkomst met deze diensten is aangewezen om de samenwerking vlotter te laten verlopen en de aanvragen van het OCMW met voorrang te laten behandelen;
• het OCMW Affligem beschikt niet over dergelijke dienst.

Juridisch kader

• Het decreet lokaal bestuur, de artikelen 77 en 78;
• de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 mei 2008 houdende goedkeuring - Lokaal Sociaal Beleidsplan Affligem 2008-2013;
• de brief van 6 juni 2008 van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin houdende goedkeuring Lokaal Sociaal Beleidsplan Affligem 2008-201 3;
• de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 februari 2009 houdende goedkeuring om principieel vanaf I januari 2009 aan alle diensten voor gezinszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap en werkzaam op het grondgebied van Affligem, per gepresteerd uur gezins- en bejaardenhulp een tussenkomst toe te kennen van 0,35 euro per uur;
• de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 december 2019 houdende vaststelling meerjarenplan 2020-2025.
• het principieel akkoord van het vast bureau op 17 december 2024 houdende de toelage in de uurprestaties voor gezins- en bejaardenhulp – 2025.

Aanleiding

De jaarlijkse hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst met de Kringwinkel Zuid-Oost Vlaanderen Vzw (sociale economie initiatief) in het kader van artikel 60 §7/TWE.

Feiten, context, motivering

• Sinds 2009 (beslissing RMW 4 mei 2009) stelt het OCMW van Affligem personeel ter beschikking van het erkende sociale economie initiatief "De Kringwinkel 't Vierkant" in het kader van tewerkstelling artikel 60 §7 van de wet van 8 juli 1976, inmiddels ingekanteld binnen het al gemeen project 'Tijdelijke Werkervaring' (TWE );
• Er werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten die tot op heden telkens jaarlijks vernieuwd werd;
• Sinds 1 januari 2020 is de "Kringwinkel 't Vierkant" gefusioneerd met de "Kringwinkel Zuid-Oost Vlaanderen vzw"
• De sociale dienst vraagt om de desbetreffende overeenkomst opnieuw met een jaar te verlengen (tot en met 31 december 2025).
• Op vandaag heeft OCMW Affligem twee tewerkstellingsplaatsen ter beschikking in de kringwinkel; daar de kringwinkel wat betreft bereikbaarheid en activeringsmogelijkheden goede opportuniteiten kan bieden voor de te activeren leefloongerechtigden.

Juridisch kader

• Het decreet lokaal bestuur, artikel 77 en 78;
• De wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 60§7;
• Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van 23 december 2016 betreffende de inkanteling van de tewerkstelling artikel 60§7 binnen het algemeen project "Tijdelijke Werkervaring";
• Het koninklijk besluit van 1 juli 2OO2 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de OCMW's voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie;
• Het koninklijk besluit van 14 november 2002 houdende toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de OCMW's voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp;
• Het ministerieel besluit van 10 oktober 2004 tot vaststelling van de lijst van de initiatieven voor sociale economie B;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 januari 2014 houdende wijziging samenwerkingsovereenkomst, in verband met artikel 60 §7, met de "Kringwinkel 't Vierkant";
• De omzendbrief 202011 van 23 januari 2020 betreffende de verhoogde staatstoelage van de Vlaamse minister van Werk betreffende de maatregelen omtrent Tijdelijke Werkervaring (TWE).
• Het principieel akkoord van het vast bureau van 17 december 2024 betreffende de jaarlijkse hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst met de Kringwinkel Zuid-Oost Vlaanderen Vzw (sociale economie initiatief) in het kader van artikel 60 §7/TWE.

Aanleiding

De jaarlijkse hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst met 3Wplus Werk (sociale economie initiatief) in het kader van artikel 60 §7/TWE.

Feiten, context, motivering

• Sinds 2007 (beslissing RMW 18 juni 2007) stelt het OCMW van Affligem personeel ter beschikking van het erkende sociale economie initiatief 3Wplus Werk in het kader van tewerkstelling artikel 60 $7 van de wet van 8 juli 1976, inmiddels ingekanteld binnen het algemeen project "Tijdelijke Werkervaring" (TWE);
• er werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten die tot 31 december 2023 telkens jaarlijks vernieuwd werd voor twee tewerkstellingsplaatsen; sinds 1 januari 2024 werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor één tewerkstellingsplaats.
• de reden om de plaats van twee naar één te herleiden is omdat we vanuit de sociale dienst vaststellen het voor mogelijke arbeidskrachten niet evident is zich tot 3Wplus te Mollem te begeven. Daarnaast hebben we ook vastgesteld dat we afgelopen jaar geen enkele kandidaat hadden die tewerkgesteld werd bij 3Wplus, waardoor één plaats ons nog steeds voldoende lijkt;
• De sociale dienst vraagt om de samenwerkingsovereenkomst voor één tewerkstellingsplaats bij 3Wplus Werk te verlengen tot en met 31 december 2025.

Juridisch kader

• Het decreet lokaal bestuur, artikel 77 en 78;
• De wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 60 57;
• Het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot toekenning van een verhoogde Staatstoelage aan de OCMW's voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie;
• Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van23 december 20'16 betreffende de inkanteling van de tewerkstelling artikel 60 $7 binnen het algemeen project "Tijdelijke Werkervaring."
• Het koninklijk besluit van 14 november 2002 houdende toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de OCMW's voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp.
• Het ministerieel besluit van 10 oktober 2004 tot vaststelling van de lijst van de initiatieven voor sociale economie B;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 januari 2014 houdende wijziging samenwerkingsovereenkomst, in verband met artikel 60 §7, met "3Wplus Vzw";
• De omzendbrief 202011 van 23 januari 2020 betreffende de verhoogde staatstoelage van de Vlaamse minister van Werk betreffende de maatregelen omtrent Tijdelijke Werkervaring (TWE).
• Het principieel akkoord van het vast bureau van 17 december 2024 betreffende de vernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst - 2025 - artikel 60 § 7/TWE met 3Wplus Werk.

Aanleiding

• Het lokaal bestuur is lid van de interlokale vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland.

• Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur dienen een effectief en een vervangend lid aangeduid te worden door de gemeente.

Feiten, context, motivering

• Het beheerscomité bestaat uit 1 vertegenwoordiger van elke deelnemende gemeente. Elke deelnemer kan ook een plaatsvervanger aanduiden. De plaatsvervanger treedt op wanneer de effectieve afgevaardigde verhinderd is en beschikt over dezelfde bevoegdheden.

• Als vertegenwoordiger of plaatsvervanger van het gemeentebestuur komen in aanmerking: de burgemeester, een schepen of een gemeenteraadslid.

• De beheerders worden benoemd voor de duur van een bestuursperiode, onverminderd de mogelijkheid van de gemeenteraden en de raden voor maatschappelijk welzijn het mandaat van hun vertegenwoordiger in te trekken. Een beheerder is van rechtswege ontslagnemend wanneer hij/zij de hoedanigheid van burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, voorzitter of raadslid verliest. De uittredende leden oefenen hun mandaat uit tot in hun vervanging in voorzien.

• De bestuurders hebben recht op een presentiegeld overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris. Het bedrag van het presentiegeld is gelijk aan het maximumbedrag vermeld in artikel 16 van het voormelde besluit. De beheerders die het ambt van burgemeester, schepen of voorzitter uitoefenen, ontvangen geen presentiegeld.

Juridisch kader

•    Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 392 §1
•    Statuten van ILV Regionaal Woonbeleid Noord-Pajottenland

Feiten, context, motivering

• De betrokken vereniging (vzw-structuur) heeft tot doel een volwaardige en kwaliteitsvolle opvang van, begeleiding van en zorg voor ouderen, ongeacht hun inkomens-, verzekerbaarheids- of vermogenstoestand, teneinde een sociaal karakter van de vzw na te streven. Deze opvang, begeleiding en zorg moet gebeuren met respect voor de politieke, filosofische en religieuze overtuiging van de personen die op de diensten van de vzw een beroep doen. Hieronder wordt onder andere verstaan: de inrichting, het bestuur, de coördinatie, het optimaliseren en de exploitatie van instellingen en diensten voor wonen en zorg, opvang en verzorging van ouderen;
• De statuten van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw, Titel IV, De algemene vergadering, artikel 10 §1 in het bijzonder, waarbij werd gestipuleerd dat in de algemene vergadering van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw, de stemmen als volgt worden verdeeld onder de drie deelgenoten: 11 stemmen voor de stichtende vzw’s, 4 stemmen voor het OCMW en 1 stem voor het gemeentebestuur;
• Ingevolge van de algemene hernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn er aanleiding toe bestaat vier vertegenwoordiger aan te duiden die het OCMW zullen vertegenwoordigen in de algemene vergadering van het Woonzorgcentrum Van Lierde vzw.

Juridisch kader

• Het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017 en latere wijzigingen;
• De wet van 27 juni 1921 houdende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, hierna de “vzw-wet” genoemd, zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 juli 2015 houdende aanduiding van vier afgevaardigden van het OCMW als lid van de algemene vergadering van het Woonzorgcentrum Van Lierde vzw;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2014 houdende WZC Van Lierde – voorstel tot omvorming van de publiekrechtelijke vereniging naar een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig titel VIII hoofdstuk IV van het OCMW-decreet – goedkeuring statuten;
• De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2014 houdende WZC Van Lierde – omvorming publiekrechtelijke vereniging naar een vereniging zonder winstoogmerk conform titel VIII hoofdstuk IV van het OCMW-decreet van 19 december 2008 – goedkeuring statuten;
• De statuten van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw.

Feiten, context, motivering

• De betrokken vereniging (vzw-structuur) heeft tot doel een volwaardige en kwaliteitsvolle opvang van, begeleiding van en zorg voor ouderen, ongeacht hun inkomens-, verzekerbaarheids- of vermogenstoestand, teneinde een sociaal karakter van de vzw na te streven. Deze opvang, begeleiding en zorg moet gebeuren met respect voor de politieke, filosofische en religieuze overtuiging van de personen die op de diensten van de vzw een beroep doen. Hieronder wordt onder andere verstaan: de inrichting, het bestuur, de coördinatie, het optimaliseren en de exploitatie van instellingen en diensten voor wonen en zorg, opvang en verzorging van ouderen;
• De statuten van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw, Titel V, De raad van bestuur artikel 15 §1 in het bijzonder, waarbij werd gestipuleerd dat in de raad van bestuur van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw, de stemmen als volgt worden verdeeld onder de deelgenoten: 6 stemmen voor de stichtende vzw’s en 3 stemmen voor het OCMW;
• Ingevolge van de algemene hernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn is er een aanleiding om drie vertegenwoordigers aan te duiden die het OCMW zullen vertegenwoordigen in de raad van bestuur van het Woonzorgcentrum Van Lierde vzw.

Juridisch kader

• Het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017 en latere wijzigingen;
• De wet van 27 juni 1921 houdende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, hierna de “vzw-wet” genoemd, zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 juli 2015 houdende aanduiding van drie afgevaardigden van het OCMW als lid van de raad van bestuur van het Woonzorgcentrum Van Lierde vzw;
• De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2014 houdende WZC Van Lierde – voorstel tot omvorming van de publiekrechtelijke vereniging naar een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig titel VIII hoofdstuk IV van het OCMW-decreet – goedkeuring statuten;
• De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2014  houdende WZC Van Lierde – omvorming publiekrechtelijke vereniging naar een vereniging zonder winstoogmerk conform titel VIII hoofdstuk IV van het OCMW-decreet van 19 december 2008 – goedkeuring statuten;
• De statuten van Woonzorgcentrum Van Lierde vzw.