Artikel 1.
Toelating wordt verleend aan de aannemer, O.M.V. Natie - Pareinpark 14 te 9120 Beveren-Waas, vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 om aanvullende verkeerstekens op de openbare weg te plaatsen zoals bepaald in dit besluit. Deze toelating is geldig voor de duur van de werken - 4de categorie - die de aanvrager zal uitvoeren op het grondgebied van de gemeente Affligem (Teralfene - Essene - Hekelgem). Dit in opdracht van Fluvius en Proximus.
Artikel 2.
Signalisatie
De volgende aanvullende verkeerstekens dienen te worden geplaatst :
§1. Signalisatie op afstand:
1° Gevaarsbord A31 (werken) op 150 meter.
2° Verbodsbord C35 (inhaalverbod) op 150 meter.
3° Verbodsbord C 43 (30 Km/uur) op 100 meter.
4° Voorrangsbord B19 en B21 op 25 meter.
§ 2. Signalisatie ter plaatse aan het begin van de werf:
1° Hek met dwarsregel met afwisselend rode en witte strepen (overeenkomstig bijlage 4, type I van het ministerieel besluit van 7 mei 1999) of hek met rood en wit raster (overeenkomstig bijlage 4, type II van het ministerieel besluit van 07 mei 1999).
2° Minimum drie oranje-gele knipperlichten over de ganse breedte van het hek met een tussenafstand van ten hoogste één meter.
3° Boven het hek een verbodsbord D1, geplaatst onder een hoek van ongeveer 45 gaden, in de te volgen richting voor de weggebruikers. De onderrand van het verkeersbord bevindt zich op ten minste 1,50 meter boven de grond. Een oranjegeel knipperlicht wordt boven dit verkeersbord geplaatst.
§ 3. Zijdelingse signalisatie:
1° De zijdelingse signalisatie wordt aangebracht door een van de middelen van type II van bijlage 2 van het ministerieel besluit van 7 mei 1999.
2° Deze afbakeningsmiddelen zijn ten hoogste 30 meter van elkaar verwijderd en zijn voorzien van een verlichting met witte of geelachtige lampen.
§ 4. Signalisatie van het einde van de werf:
1° Aanwijzingsbord F47 (einde werken) op ten hoogste 25 meter voorbij de werf.
2° Verbodsbord C46 (einde van alle plaatselijke verbodsbepalingen aan de voertuigen in beweging) op ten hoogste 25 meter voorbij de werf.
3° Bord verantwoordelijke signalisatie op ten hoogste 50 meter voorbij de werf.
§5. Stilstaan en parkeerverbod:
1° Stilstaan- en parkeerverbod ter hoogte van de werfzone. Het is verboden stil te staan en te parkeren ter hoogte van de werfzone langs beide zijden van de rijbaan.
2° Deze maatregel wordt gesignaleerd middels verkeersbord E3 met blauw onderbord.
§6. Er dient tijdens de duur van de werken steeds doorgang te zijn voor alle verkeer, inzonderheid ook voor De Lijn, indien van toepassing.
Artikel 3.
De signalisatie van de werken moet aangebracht worden met de meeste zorg en moet tijdens de volledige duur van de werken zuiver en in stand gehouden worden zodanig dat zij voor de weggebruikers identificeerbaar blijft.
Artikel 4.
Deze toelating moet zich op de werf bevinden en vertoond worden op elk verzoek van de bevoegde overheid.
Artikel 5.
De werken mogen slechts beginnen wanneer de signalisatie aangebracht is.
Deze vergunning geld enkel voor dringende werken. Op het ogenblik van de interventie dient een mail gestuurd te worden naar de dienst openbarewerken@affligem.be en aan de politiezone TARL pz.tarl.wijk.affligem@police.belgium.eu met de vermelding van de aard van de werken, de contactpersoon bij aannemer en bij nutsmaatschappij, wie de opdrachtgever is, de motivatie van de hoogdringendheid, de duur van de werken.
Er dient een duidelijk en op professionele wijze opgemaakt signalisatieplan/omleidingsplan te worden opgemaakt en dit op basis van het GRB, zodanig dat dit kan gebruikt worden op gemeentelijke informatiekanalen.
Eveneens dient men de omwonenden tijdig op de hoogte te brengen.
Artikel 6.
§1. Al de verkeersborden moeten van het retroflecterend type of van het type met eigen verlichting zijn.
§2. De afwisselende witte en rode strepen op de hekken, de bakens en de verkeerkegels moeten retroflecterend zijn.
§3. De bepalingen betreffende de afmetingen en de plaatsing van de verkeerstekens, voorzien in het ministerieel besluit van 11 november 1976, waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, zijn van toepassing.
§4. De signalisatie moet conform zijn aan de bepalingen uit het standaardbestek 250 voor de wegenbouw.
Artikel 7.
Buiten de werkuren, onder meer 's avonds evenals gedurende de weekend en telkens als het werk voor een bepaalde tijd onderbroken wordt, worden de verkeersborden die er dan niet meer nodig zijn, bedekt of weggenomen.
Artikel 8.
§1. Wanneer een verlichtingstoestel is voorzien, werkt het tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer tweehonderd meter.
§2. Bij helder weer moet de verlichting de signalisatie zichtbaar maken op ten minste 150 meter.
Artikel 9.
Indien aan het begin van de werf een hek geplaatst wordt, beslaat het een breedte die minstens gelijk is aan deze welk nodig is om de werken in alle veiligheid te kunnen uitvoeren.
Artikel 10.
De aanvrager is gehouden de voorschriften van het ministerieel besluit van 07 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg, na te leven.
Artikel 11.
Indien de signalisatie niet werd aangebracht volgens de vigerende wettelijke voorschriften, zal dit door toedoen van het gemeentebestuur gebeuren op kosten van de aanvrager.
Artikel 12.
De uitvoerder van de werken is gehouden een bord te plaatsen op de werf met vermelding van de naam van de opdrachtgever (firma), alsook het telefoonnummer van een verantwoordelijke van de firma welke de werken laat uitvoeren.
Artikel 13.
Alle herstellingen dienen uitgevoerd te worden volgens het typebestek 250 van de Vlaamse Gemeenschap.
Artikel 14.
De rijwegen mogen niet opgebroken worden.
Artikel 15.
Het herstel van een fietspad in rode beton dient zeer nauwkeurig te worden uitgevoerd, over zijn ganse breedte van de betonplaat en van voeg tot voeg - minimum 2,50 m. (TB 250). De snelbeton (met een maximale uithardingstijd van 5 dagen) dient te worden aangeleverd in de rode kleur vanuit een centrale. Indien het fietspad na het einde van de werken niet definitief hersteld wordt, zal het fietspad tijdelijk hersteld worden in klinkers, dit voor het beschermen van de zwakke weggebruikers.
Artikel 16.
Het herstel van een fietspad in beton dient zeer nauwkeurig te worden uitgevoerd, over zijn ganse breedte van de betonplaat en van voeg tot voeg - minimum 2,50 m. (TB 250). De beton dient te worden aangeleverd vanuit een centrale. Indien het fietspad na het einde van de werken niet definitief hersteld wordt, zal het fietspad tijdelijk hersteld worden in klinkers, dit voor het beschermen van de zwakke weggebruikers.
Artikel 17.
De werkput moet na de werken hersteld zijn conform TB250. Indien de werkput niet definitief hersteld wordt, zal de werkput tijdelijke hersteld worden in klinkers, dit voor het beschermen van de zwakke weggebruikers.
Artikel 18.
De aanvrager zal een drietal dagen voorafgaandelijke aan de werken alle aangelanden verwittigen.
Artikel 19.
De aanvrager dient ons een foto te bezorgen na definitieve herstelling van een fietspad.
Artikel 20.
De aanvrager zal een drietal dagen voorafgaandelijk aan de werken een e-mail sturen naar de dienst openbarewerken@affligem.be en aan de politiezone TARL pz.tarl.wijk.affligem@police.belgium.eu met de effectieve startdatum.
Artikel 21.
De aanvrager zal, indien van toepassing, instaan voor de ophaling van het huisvuil (ofwel doorgang verlenen aan Ilva ofwel een ophaalpunt voorzien). Hiervoor zal de aanvrager contact opnemen met Ilva; wegenwerken@ilva.be en/of info@ilva.be.
Artikel 22.
De aanvrager zal, indien van toepassing, De Lijn informeren over de geplande werken en de mogelijke hinder, omleidingen.vvrvlaamserand@delijn.be